014 51 50 05

Dag 1: Brussel of Amsterdam - Montréal

Vandaag vliegt u naar Montréal. Op de luchthaven neemt u uw huurauto in ontvangst en rijdt u naar uw hotel in het centrum. 

Montréal is na Toronto de grootste stad van Canada en na Parijs de stad met de meeste Franstalige inwoners ter wereld. Het vormt het culturele hart van Canada en als een van Noord-Amerika's oudste steden heeft Montréal een boeiende geschiedenis en prachtige architectuur. Daarnaast is het geliefd vanwege zijn goede restaurants.

Starten in Toronto kan ook.

 

Dag 2: Montréal - Quebec City (255 km)

Vandaag reist u naar Québec City, de hoofdstad van de Franstalige provincie Québec. Vandaag brengt u door in Québec City, de oudste stad van Canada met een Franse cultuur. Wandel over het Dufferin Terras voor een panoramisch uitzicht over de machtige St. Lawrencerivier. Bezoek Château Frontenac en de strategische gelegen citadel. Bekijk het havenkwartier Le Vieux Port met zijn moderne architectuur. Als u een bezoek wil brengen aan een indrukwekkend natuurspektakel, kan u een uitstap maken naar de torenhoge Montmorency Falls, die twaalf kilometer ten oosten van Québec City liggen.

Dag 3: Quebec City

Vieux-Québec (Old Town): De koloniale binnenstad is goed bewaard gebleven door de hoge stadsmuur en vestingwerken (‘Les Remparts’). In het westelijke deel van Vieux-Québec is de stadsmuur het meest intact gebleven. Old Town is verdeeld in Haute-Ville (Upper Town) en Basse-Ville (Lower Town) en staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Zoals de naam al aangeeft is Haute-Ville het hoger gelegen stadsgedeelte. Vroeger was dit deel voornamelijk voorbehouden aan hogere sociale klassen, waaronder adellijken en priesters. Basse-Ville was juist de woonplaats van de ‘gewone lieden’ en is een drukke wirwar van straten en gebouwen. De twee gedeelten zijn verbonden via de steile trap ‘Escalier Casse-Cou’ en de ‘funiculaire’, een kabelspoorweg tussen het Terrasse Dufferin (Haute-Ville) en Rue Petit-Champlain (Basse-Ville).
Haute-Ville
Château Frontenac: Hoewel de naam en het uiterlijk van dit kolossale gebouw anders doet vermoeden, is Château Frontenac nooit een kasteel geweest. Het is namelijk een hotel, dat ontworpen werd in opdracht van de Canadian Pacific Railway. Onderaan begint het Terrasse Dufferin, een brede boulevard langs de St. Lawrence-rivier. Je kijkt mooi uit over de rivier en de oude vestingwerken. In de zomer zijn er veel straatartiesten en kunstenaars te vinden.
La Citadelle: Een ander gebouw dat behoorlijk de aandacht trekt is La Citadelle, een stervormig bastion dat tot de grootste vestingen van Noord-Amerika behoort. Je hebt er een schitterend uitzicht over de stad. De citadel heeft nog steeds een militaire functie: in de zomermaanden kun je er om tien uur ‘s morgens de wisseling van de wacht van het 22e regiment bekijken. Hiervoor dien je eerst een ticket te kopen bij het Musée Royal 22e Régiment. Dit kaartje biedt meteen toegang tot het museum en een rondleiding door de Citadelle. Het museum beschikt over een uitgebreide collectie van (militaire) historische voorwerpen en kunstwerken.
Parc des Champs-de-Bataille (Battlefields Park/Plains of Abraham): Het grootste en bekendste park in Québec is Parc des Champs-de-Bataille, gelegen ten zuiden van de Citadelle. Het park vormde in 1759 het decor van een bepalende veldslag tussen het Franse en Britse leger: de Slag om Québec, die werd gewonnen door de Britten. Het wordt nog steeds als een groot verlies beschouwd door de Franse Québécois. Het motto van de provincie - ‘je me souviens’ (ik herinner me) - gedenkt de cruciale gebeurtenis. In het westen van het park ligt het Musée National des Beaux-Arts du Québec, dat een mooi overzicht van vierhonderd jaar kunst in de provincie Québec biedt. In het Musée du Fort, gelegen tegenover Château Frontenac, leer je aan de hand van een multimediaal diorama meer over de veldslag uit 1759.
Hôtel du Parlement: Dit grote parlementsgebouw uit eind negentiende eeuw ligt net buiten de stadsmuur en vormt nog steeds de zetel van het provinciale bestuur. Het is bereikbaar via de Port Saint-Louis, de mooiste stadspoort van Québec. In het bezoekerscentrum vind je meer informatie over het gebouw en de werkzaamheden van de provinciale regering. Hier vertrekken tevens meerdere keren per dag gratis rondleidingen door het gebouw.
Basilique-Cathédrale Notre-Dame-de-Québec: Deze neoclassicistische rooms-katholieke kathedraal dateert in de huidige vorm uit de achttiende en negentiende eeuw. De kerk heeft de oudste zetel van Noord-Amerika in de rooms-katholieke kerk. Bekijk het kerkmuseum, de mooie gebrandschilderde ramen en de crypte, die dienstdeed als eerste begraafplaats van Québec. Er liggen meer dan 900 mensen begraven, onder wie twintig bisschoppen en vier gouverneurs van Nieuw-Frankrijk. Rondleidingen door de kerk en de crypte zijn alleen op afspraak mogelijk.

Basse-Ville
Place-Royale: Place-Royale is het oudste en meest Europees ogende stuk van de stad. Het is namelijk de plaats waar ontdekkingsreiziger Samuel de Champlain in 1608 een fort stichtte, de allereerste permanent bewoonde Franse nederzetting in Noord-Amerika. Voor meer informatie over dit fort en de eerste inwoners van Québec kun je terecht in het Musée de la place Royale. Geschiedenisliefhebbers moeten ook zeker een kijkje nemen in de kleine Église Notre-Dame-des Victoires uit het einde van de zeventiende eeuw. De laatste noemenswaardige bezienswaardigheid aan Place-Royal is het architectonisch belangrijke Maison Chevalier, een huis uit 1752 dat opengesteld is voor publiek.
Musée de la Civilisation: Dicht bij Place-Royale ligt het Musée de la Civilisation, waar je een goede indruk van de cultuur van Franstalig Canada krijgt. Het moderne gebouw vormt een mooie mix met de omringende historische gebouwen.
Rue du Petit-Champlain: Met zijn vele restaurants, boetiekjes en kunstnijverheidszaken is de smalle Rue du Petit-Champlain de bekendste straat van Basse-Ville. Het vormt de hoofdstraat van Petit-Champlain, de oudste commerciële wijk van Noord-Amerika. Sta even stil bij huisnummer 102, waarop de geschiedenis van de wijk staat afgebeeld. De Rue du Petit-Champlain is tevens de locatie van de eerder genoemde Escalier Casse-Cou (‘Breakneck Stairs’) en het eind-/beginpunt van de funiculaire (bij huisnummer 16)


 

Dag 4: Quebec City - Np Saguenay fjord - Alma (228km)

Aan de rand van de bewoonde wereld in Québec ligt het toeristische Saguenay. Publiekstrekker nummer één is het Saguenay-fjord, een diepe, indrukwekkende kloof die vanaf de St. Lawrence-rivier in westelijke richting het landschap doorklieft. Het fjord, waarvan het water afkomstig is uit Lac St. Jean, strekt zich vanaf Saguenay uit over een afstand van honderd kilometer tot aan Tadoussac. Uit de donkere wateren rijzen torenhoge kliffen op, die soms tot wel 500 meter hoog zijn.

Parc national du Saguenay: Het nationale park omvat grote stukken van het fjord en bestaat uit verschillende delen. Baie-Éternité is de zuidwestelijke parkregio. Hier ligt het Saguenay Fjord Interpretation Centre met tentoonstellingen over het ontstaan van het fjord, de geologie en fauna. De populairste wandelroute van het park start hier: de Statue Trail (7 km round trip). De route brengt je naar mooie uitzichtpunten en een standbeeld dat al sinds 1881 over het fjord uitkijkt. In het naastgelegen deel l’Anse-de-Tabatière bevindt zich het enige uitzichtpunt dat per voertuig (en 500 meter wandelen) te bereiken is. Aan de noordelijke oever, onder de plaats Sacré Coeur, ligt het deel dat Baie-Sainte-Marguerite heet. Hier vind je het Beluga Interpretation Centre, waar de beluga, oftewel witte dolfijn, centraal staat. In de zomer kun je deze dieren in de baai zien. De laatste parkregio is La Baie-de-Tadoussac. Hier ligt het bezoekerscentrum La Maison des Dunes, met tentoonstellingen over de zandduinen en het wildlife.

Alma is een kleine stad in de groene Saguenay–Lac-Saint-Jean-regio. Door de ligging bij de Saguenay-rivier en Lac Saint-Jean staat Alma bekend om haar vele recreatiemogelijkheden. Zo kun je mooi wandelen langs de stranden van Lac Saint-Jean of een fietstocht maken over de Véloroute des Bleuets. 's Winters is Alma erg geliefd om te ontdekken per sneeuwscooter. In de omgeving liggen diverse natuurparken, waaronder Parc National de La Pointe-Taillon en Parc des Grands-Jardins. Wat kan je hier allemaal bezoeken:

Zoo Sauvage de St-Félicien: Saint-Felicien Quebec De Zoo Sauvage ('Wilde dierentuin) in Saint-Félicien behoort tot de grootste dierentuinen in de provincie Québec. Er leven bijna duizend dieren in een natuurlijke omgeving. In het aparte gedeelte Nature Trail Park kun je met een trein tussen loslopende dieren rijden. Hierbij draait het vooral inheemse diersoorten, zoals Canadese lynxen, zwarte beren en bizons.
Lac Saint-Jean:
Alma staat niet alleen bekend als een hele gastvrije stad, maar ook als een uitstekende bestemming voor allerlei buitenactiviteiten. In de zomer bieden de kilometers lange zandstranden langs Lac Saint-Jean veel vermaak. Direct aan het meer worden er regelmatig temperaturen gehaald van boven de 27 graden, waardoor je er heerlijk kunt zonnen. Van juni tot en met augustus is het water geschikt om te zwemmen. Bovendien worden er diverse strandactiviteiten georganiseerd. In september en oktober vormt het meer een mooi schouwspel met gekleurde bladeren.

Fietsen: Fietsliehebbers kunnen zich uitleven met de Véloroute des Bleuets, een tocht van 256 kilometer die je langs allerlei plaatsjes en attracties voert. De route leidt je in circa vijf dagen rondom Lac Saint-Jean en biedt een gevarieerd landschap met weinig hoogteverschil.
Sneeuwscooter: ’s Winters worden er in en rondom Alma veel paden vrijgemaakt voor sneeuwscooters, waardoor je op een ontspannen manier de witte omgeving kunt bekijken.
Country en kaas: Maak een tour door in de omgeving van Alma en ontdek het echte plattelandskarakter. Via de 'Route campagne et fromagers' volg je een prachtige route langs verschillende kaasmakers, boerderijen, winkels met regionale producten en eetgelegenheden. Echt een route om je vingers bij af te likken dus. Je kunt de route volgen met een auto of per fiets.
Parc Thématique L'Odyssée des Batisseurs: In dit nabijgelegen themapark draait alles om water en de rol die Lac Saint-Jean heeft gespeeld bij de ontwikkeling van de regio.
Jardin Schullion: Op een kwartier afstand van Alma vind je de Jardin Schullion, waar je een wandeling kunt maken door prachtig aangelegde botanische tuinen.

Dag 5: Alma - Tadoussac (28km)

Tadoussac ligt op de plek waar de Saguenay-river in de St. Lawrence-rivier uitmondt. Door de menging van het warme, zoete water van de Saguenay en het koude, zoute water van de St. Lawrence komt er veel plankton voor. Plankton vormt voedsel voor walvissen, die hier dan ook vaak gespot worden. 

Deze ochtend kan u deelnemen aan een walvisexcursie die u tot dicht bij de walvissen brengt. Deze enorme dieren hebben in de buurt van de monding hun ideale leefgebied gevonden. Dit is dan ook één van de beste plekken ter wereld om walvissen te zien.

Parc marin du Saguenay - Saint-Laurent: Dit grote maritieme park bevat 's werelds grootste riviermond en een deel van het Saguenay-fjord, het langste fjord van Oost-Canada. Er leven onder andere St. Lawrence-walvissen. Vanaf de rotsen van Cap-de-Bon-Désir kun je goed de verschillende soorten ontdekken. Daarnaast is het park geschikt om te wandelen, kajakken en duiken.
Centre d'Interprétation des Mammifères Marins (CIMM): In het CIMM ontdek je waarom Tadoussac zo'n fijne leefplek is voor walvissen. Bestudeer een walvisskelet, ontdek de verschillen tussen walvissoorten en bekijk een informatieve film. In het centrum lopen deskundigen rond die al je vragen kunnen beantwoorden. Het CIMM is geopend van midden mei tot begin november.
Poste de Traite Chauvin: Vlak bij het CIMM staat een replica van de Chauvin-handelspost. De handelspost, die in 1600 gesticht werd door Pierre de Chauvin de Tonnetuit, is een van de vroegste bewijzen van contact tussen indianenstammen en Europese kolonisten. Een ander historisch bouwwerk in Tadoussac is de Petite Chapelle. De kerk stamt uit 1747 en behoort tot de oudste houten kerken van Noord-Amerika. Binnen is een kleine tentoonstelling over missionarissen in Nieuw-Frankrijk.
Wandelroutes: Een korte route is de Sentier-de-la-Coupe Trail, een half uur durende wandeling naar de Anse-à-l'Eau. Vanaf deze hoge heuvel midden in Tadoussac heb je een mooi uitzicht over het stadje en een deel van het Saguenay-fjord. Een andere aanrader is de Sentier de la Pointe-de-l'Islet Trail  (0,8 km), die naar Islet Point leidt. Hier heb je goede kans om walvissen te spotten. Langs de route staan informatieve borden. Beide routes starten in het centrum van Tadoussac.


 

Dag 6: Tadoussac - Riviere Du Loup (40km)

In Saint-Simeon, neemt u de overzet naar Riviere Du Loup. Hoewel het niet helemaal duidelijk is waar de naam van dit stadje (Wolf River) naar verwijst – zeehonden (‘sea wolves’), een indianenstam of een zeventiende-eeuws Frans schip – is één ding zeker: het is een plek die zich van andere onderscheidt. De centrale ligging op de bonthandelaars- en postroutes tussen de oceaan en de St. Lawrence zorgde dat Rivière-du-Loup in de negentiende eeuw uitgroeide tot de grootste stad van Oost-Canada. Het naar Britse voorbeelden opgebouwde stadje is nu overwegend Franstalig. Wat kan je hier ontdekken:

Îles du Bas-Saint-Laurent (Société Duvetnor): De grootste attractie is deze voor de kust gelegen archipel. Zeehonden en zeevogels bevolken de eilandjes, die veelal benoemd zijn tot vogelreservaat en ongerepte natuur bieden. Société Duvetnor organiseert excursies vanuit de haven. Ontmoetingen met walvissen, waaronder sneeuwwitte beluga’s, zijn niet ongewoon. Het grootste eiland is l'Île aux Lièvres, waar je prima kunt wandelen.
Manoir Fraser: In de negentiende eeuw droeg Rivière-du-Loup de naam Fraserville, vernoemd naar de invloedrijke Schotse familie die de Fraser Manor bewoonde. De Manoir biedt een kijkje in het leven van de welgestelden in de begindagen van de kolonie. Vlakbij staat de St. Bartholomew’s Church, met de begraafplaats waar Lord Fraser begraven ligt. De oudste kerk is de St. Patrice, gelegen aan de Rue Lafontaine. De kerk stamt uit 1833 en beschikt over een mooi orgel. De klokkentoren is 67 meter hoog, met daarbovenop nog eens een groot ijzeren kruis. Achter het altaar is door kunstenaars een prachtige muurschildering aangebracht.
Musée du Bas-Saint-Laurent: In het museum maak je zowel kennis met moderne geëngageerde kunst als met de cultuur en het verleden van de inwoners van Rivière-du-Loup en de regio. Het verleden wordt voornamelijk tot leven gebracht door middel van oude foto’s. Tegenover het museum vind je het toeristenbureau.
Parc des Chutes (Falls Park): Aan het eind van Rue Frontenac ligt een park met een behoorlijk indrukwekkende dertig meter hoge waterval. Je bekijkt de waterval het beste vanaf een van de twee bruggen over de rivier. Informatieborden vertellen je meer over de stad en de energieopwekking door middel van waterkracht. Rivière-du-Loup was namelijk een van de eerste steden in de wijde omtrek die elektriciteit opwekte. Ten zuiden van Parc des Chutes kun je het kleine Parc de la Croix (Cross Park) bezoeken, waar je een schitterend uitzicht op de stad en de rivier hebt. Het park is vernoemd naar het grote verlichte kruis dat er staat.
Parc la Pointe: Parc la Pointe, gelegen op de oever van de majestueuze St. Lawrence-rivier, strekt zich uit over ongeveer vijf kilometer. Via een wandel- en fietspad verken je ‘La Pointe’. Het park is vaak het toneel van culturele en sportieve evenementen, maar staat bovenal bekend vanwege de prachtige zonsondergangen. Bezoek het St. Lawrence Exploration Center (half juni t/m half september) om meer te weten te komen over de flora en fauna van de rivier. Er zijn interactieve tentoonstellingen en een aquarium. Op het westelijke einde van de oever staat Indian Head, een grote rots in de vorm van een gezicht. Ga je verder door naar de zuidelijke oevers, dan kom je uit in de haven, in de zomer een bruisende plek. Je kunt er aan boord gaan voor een walvistour of een (zeil)boottocht maken naar de eilanden in de rivier. Ook vertrekt hier de veerboot naar Saint Siméon.


 

Dag 7: Riviere Du Loup - Rimouski (110 km)

Op de oostelijke oever van de St. Lawrence-rivier ligt Rimouski, een samensmelting van diverse kleine plaatsjes. Als thuisbasis van de Université du Québec à Rimouski telt de stad veel studenten. Het grote regionale centrum wordt omringd door mooie natuurlijke bezienswaardigheden, waaronder Parc national du Bic en een grote canyon.

Site historique maritime de la Pointe-au-Père: Site historique maritime de la Pointe-au-Père is een bijzondere locatie waar de maritieme geschiedenis van de regio tot leven komt. Op het terrein ligt de Onondaga, de enige onderzeeër in Canada die opengesteld is voor publiek. Klim aan boord en ervaar door middel van een audiotour hoe het is om maanden achter elkaar onder water door te brengen. Het is zelfs mogelijk om in de Onondaga te overnachten. In het Empress of Ireland Pavilion staat de geschiedenis van de Empress of Ireland centraal, een groot passagiersschip dat op 29 mei 1914 in de St. Lawrence-rivier tot zinken kwam. Het was na de Titanic de grootste scheepsramp van de twintigste eeuw. In het paviljoen kom je aan de hand van een uitgebreide collectie meer te weten over de laatste reis van de Empress. Breng ook een bezoek aan het Pointe-au-Père Lighthouse (1909), de hoogste vuurtoren in Oost-Canada. Klim naar de top en geniet van een prachtig uitzicht.
L'île St. Barnabé: Vanuit Rimouski kun je een kajaktocht maken naar l'île St. Barnabé. Dit eiland ligt op een aantal minuten varen van de haven van Rimouski. Op dit eiland kun je mooi wandelen, picknicken en dieren spotten. Bovendien heb je een prachtig uitzicht op Rimouski en de St. Lawrence-rivier.
Canyon des Portes de l'Enfer: Op ongeveer een half uur rijden van Rimouski (langs Route 232) ligt de Canyon des Portes de l'Enfer - letterlijk vertaald: de poorten van de hel. Het is een indrukwekkende canyon met wanden tot wel negentig meter hoog. De canyon begint bij de Grand Sault-waterval en strekt zich bijna acht kilometer uit. Er zijn wandelroutes die leiden naar een 63 meter hoge hangbrug boven de canyon. Klim 300 treden omlaag naar de 'hellepoort' en loop naar het einde van de canyon om de 20 meter hoge Chaud-waterval van dichtbij te bekijken.
Parc national du Bic: Vijftien kilometer ten westen van Rimouski's centrum ligt het vrij compacte nationale park Bic. Het natuurgebied bestaat uit bergachtige eilanden die vooral tijdens eb een bijzondere aanblik bieden: dan loopt het water uit het park namelijk grotendeels weg. In Bic komen onder andere zeehonden en zeldzame planten voor. Mogelijke activiteiten zijn wandelen, fietsen, kamperen en kajakken. In de zomermaanden (eind juni tot half augustus) vertrekt elk half uur een shuttlebus vanaf de parkeerplaats Pic-Champlain naar de top van de 346 meter hoge Pic Champlain. Bovenop heb je een schitterend uitzicht. 's Winters is Bic geschikt om te langlaufen, wandelen met sneeuwschoenen en kamperen in iglo's.



Dag 8: Rimouski - Matane - Bonaventure/Paspebiac (319 km)

Op het prachtige schiereiland Gaspé, op de zuidelijke oever van de St. Lawrence-rivier, vind je Matane. Het Gaspé-schiereiland herbergt misschien wel het meest ruige landschap van de gehele provincie. Het noordelijke deel van het eiland bestaat uit de Appalachian Mountains die eindigen bij de beroemde Perce Rock. In Matane vind je veel natuur, zo zijn er verschillende parken zoals het Parc des Castors, een park dat ontwikkeld is door de vereniging van jagers en vissers in de regio. Parc des Castors bevindt zich eigenlijk op twee eilanden in de Matane-rivierdelta.

Jardins de Doris: Deze tuinen zijn meer dan de moeite waard om te bezoeken als je in Matane bent. . Er zijn vis- en eendenvijvers tegen, maar ook verschillende bloementuinen. Beklim de uitkijktoren en bekijk de reusachtige zonnewijzer.
Matane Wildlife Reserve: Een echte aanrader, hier leeft namelijk een van de grootste kudde elanden ter wereld. Je kunt zelf kijken of je ze tegenkomt maar ook met een gids zijn deze imposante dieren op te zoeken, zelfs vanuit een kajak.
Galerie d'art de Matane (Complexe culturel Joseph-Rouleau): Dit is een centrum voor cultuur en tevens een thuis voor de gemeentelijke bibliotheek en een kunstgalerie. Hier zijn voornamelijk werken van kunstenaars uit de regio te bekijken.
Parc National de la Gaspésie: Bij een bezoek aan het Gaspé-schiereiland mag je het Parc National de la Gaspésie niet overslaan. Het park bevat hoge bergen en mooie wandelpaden. Bijzonder zijn de kariboes die er leven, het is de enige kudde ten zuiden van de St. Lawrence-rivier. Begin je bezoek bij het Interpretation Center aan Route 299. Vanuit Matane is het een kleine twee uur rijden.

Bonaventure is een kleine plaats aan de zuidkust van het Gaspé-schiereiland, aan de Baie des Chaleurs. Het rustige Gaspé-schiereiland biedt ruige natuur en is daardoor de perfecte locatie voor buitenactiviteiten. In Bonaventure zelf kun je je verdiepen in het Acadische erfgoed, dat nog volop aanwezig is.

Dag 9: Paspebiac/Bonaventure - Percé (135 km)

Het vissersdorp Paspébiac ligt op het Gaspé-schiereiland in het oosten van Québec. Paspébiac herbergt een zandbak van 1,5 kilometer lang: de Banc-de-Paspébiac, die eindigt in de baai van Chaleur. Ook is hier het Paspébiac National Historic Site. Uitgestrekte laaglanden met daarin verschillende meren zorgen voor een prachtig uitzicht. Daarnaast is het afvaren van de kustlijn zeer de moeite waard, natuurlijke omstandigheden hebben gezorgd voor een fraaie omgeving op het water.
Banc de Pêche de Paspébiac National Historic Site: De lange zandbank bij Paspébiac speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de regio. Door de natuurlijke haven kon gemakkelijk vis aan land worden gehaald uit de Golf van Saint Lawrence. In de achttiende eeuw werd een eerste permanente visserspost gesticht. Gedurende vijftig jaar werd er gedroogde kabeljauw verhandeld en Paspébiac ontwikkelde zich in rap tempo. Er werden pakhuizen gemaakt voor de opslag en verwerking van de vis en er kwamen visserswoningen en warenhuizen. De tien resterende gebouwen zijn te bezoeken in Paspébiac Fishing Banks Historic Site. De maritieme omgeving is eenvoudig en harmonieus.

Percé is een van de leukste stadjes op het Gaspé-schiereiland. Beroemd is de Rocher Percé (Percé Rock), een vrijstaande kalkstenen rots in het water van maar liefst 88 meter hoog en 475 meter lang. Bij laagtij is de rots toegankelijk via een zandbank. Vlakbij ligt een andere toeristische trekpleister: Île Bonaventure, waar tienduizenden jan-van-genten zich ophouden. Percé zelf werd rond 1930 populair onder Canadese kunstenaars en ook tegenwoordig zijn er nog veel kunstgalerijen te vinden.


 

Dag 10: Percé

Île-Bonaventure-et-du-Rocher-Percé National Park: De twee mooiste bezienswaardigheden van Percé vallen binnen de grenzen van één nationaal park. Vanuit Percé kun je op de boot stappen om de rots en het vogeleiland met zijn jan-van-genten te bekijken. Andere vogels die je veel tegen zult komen zijn papegaaiduikers, aalscholvers en zeekoeten. Tourboten leggen aan op Bonaventure-eiland, zodat opvarenden de vogels van dichtbij kunnen zien en de benen kunnen strekken op een van de wandelpaden. Bonaventure Island is een van de weinige plekken ter wereld waar je een kolonie van meer dan 100.000 vogels van zo dichtbij kunt bekijken. De jan-van-genten komen in de lente aan om te nestelen. In het najaar vertrekken de vogels weer naar de warme waren van de Golf van Mexico. Op het vasteland in Percé is het Discovery Center gevestigd (in le Chafaud). Het park en de informatiecentra zijn doorgaans geopend van eind mei tot halverwege oktober.
 
Naast excursies naar Bonaventure Island en de Percé Rock behoren walvistours, kreeftvisexcursies, diepzeevissen, zeekajakken en scubaduiken tot de mogelijkheden. Rond Percé liggen verschillende wandelpaden die je meevoeren het achterland in. De Mont Sainte-Anne en Mont Blanc Trails (een netwerk van verschillende routes) starten in het centrum van Percé en leiden naar verschillende uitzichtpunten. Het punt Belvédère du Mont Sainte-Anne biedt bijvoorbeeld een prachtig uitzicht op de Rock en de Grotto is een waterval met kleine poel. De wandelingen bevatten enkele steile klimmen en afdalingen. De Grand Crevasse-sector is minder geschikt voor jonge kinderen.

Dag 11: Percé - Carleton-Sur-Mer (200 km)

Met zandbanken, veel zeevogels en vijfhonderd meter hoge 'bergen' is Carleton-sur-Mer een van de beste plekken aan de Baie-des-Chaleurs. Er vertrekken boten voor rondvaarten en excursies. Ga naar de vogelobservatietoren om zeevogels te spotten en vergeet ook zeker niet van het uitzicht te genieten vanaf het uitzichtpunt op de 555 meter hoge Mont St. Joseph. In het bijbehorende gebouw met het opvallende blauwe dak vind je glas-in-loodramen, mozaïeken en een kunsttentoonstelling.

Carleton-sur-Mer mag dan geen grote plaats zijn, maar er is meer dan genoeg te doen. De stad is één van de belangrijkste toeristenplaatsen in Gaspésie. De stranden, de fantastische zee, het bergachtige landschap en het milde klimaat langs de Baie-de-Chaleurs hebben ertoe geleid dat er allerlei hotels en voorzieningen in het gebied aanwezig zijn, zoals restaurants, golfbanen, galeries, een haven, wandel- en fietsroutes, wildreservaten, een recreatiepark en een spa. Ook worden er allerlei culturele evenementen georganiseerd. Elk jaar wordt er bijvoorbeeld een internationaal bluesfestival gehouden, het Maximum Blues Festival, dat meer dan twintigduizend toeschouwers trekt om lokale en internationale artiesten te bekijken. Er is een toeristencentrum in de stad, dat tussen 14 juni en 7 september elke dag geopend is. Je kunt het vinden bij het Quai des arts (een cultureel centrum).

De omgeving kent allerlei attracties, zoals de Tracadigash Point Lighthouse, een vuurtoren waar je geweldige uitzichten hebt. In het gebouwtje erbij kun je meer leren over de geschiedenis van Carleton en de zogenaamde Piraat van het Eiland bekijken, een verhalenverteller en zanger. Het wandelnetwerk is erg uitgebreid (er ligt zo’n vijfendertig kilometer aan paden rond Carleton en de nabijgelegen plaats Maria). Zo is het mogelijk om naar de toppen van de Mont Saint-Joseph en Mont Carleton te wandelen. Op de stranden kun je zoeken naar agaat, een soort halfedelsteen. Het is mogelijk om de zee per kano of kajak te ontdekken, maar je kunt ook met een zee-excursie meegaan. In de winter kun je in het sneeuwrijke gebied heerlijk skiën, snowboarden, langlaufen of natuurlijk sleetje rijden. Ook vindt dan het Festineiges plaats, een festival met onder andere ijssculpturen en sneeuwmobielraces.


 

Dag 12: Carleton-Sur-Mer- Riviere Du Loup (318 km)

Deze ochtend heeft u nog wat vrije tijd om door te brengen in Carleton-Sur-Mer, in de namiddag neemt u de ferry naar .

Dag 13: Riviere Du Loup - Baie Saint Paul - Trois Rivieres (318 km)

Beaupré en het omliggende gebied (Côte-de-Beaupré, oftewel de kust van Beaupré) is een historisch gebied waar je kunt genieten van rijke geschiedenis en mooie natuur. Proef de delicatessen in de vele specialiteitenzaken, ga op avontuur in de diepe kloven of maak een pelgrimstocht naar de beroemde Sainte-Anne-de-Beaupré.
en
Baie Saint Paul is een klein plaatsje op de noordelijke oever van de St. Lawrence-rivier. Er is van alles te zien en doen in deze kleurrijke stad. Door de mooie lichtinval, vooral in de namiddag, streken veel kunstenaars in de regio neer. Baie-Saint-Paul is een echte kunstenaarskolonie met goede musea, boetiekjes en galeries. Maak als je hier bent ook zeker een uitstap naar het Parc National des Grands-Jardins, dat verschillende ecosystemen kent en het leefgebied is van kariboes, beren en elanden. De omgeving is erg geschikt om te wandelen, fietsen en walvissen te spotten. Wat is er te ontdekken:
Rue Saint Jean Baptiste: Een leuke plek om rond te struinen, is de Rue Saint Jean Baptiste. In deze winkelstraat vind je allerlei galeries, kunst- en kunstnijverheidzaakjes en cafeetjes. Voor meer kunst kun je terecht in het Musée d'art contemporain (museum voor hedendaagse kunst) in de Rue Ambroise-Fafard.
Petite Rivière Saint Francois: Ben je nieuwsgierig naar de geschiedenis van dit gebied, neem dan een kijkje in Petite Rivière Saint Francois. Dit dorpje ligt zo’n twintig minuten rijden ten westen van Baie-Saint-Paul. Het is gesticht in 1675 en sindsdien is er eigenlijk niet zo heel veel veranderd, zoals te zien is aan de prachtige oude huizen aan de hoofdstraat.
Parc National des Grands-Jardins:
Dit beschermde natuurgebied wordt getekend door rotsachtige, beboste bergen, naaldbomen en heldere rivieren. Delen van de Charlevoix-regio, waar Baie-Saint-Paul deel van uitmaakt, zijn door UNESCO uitgeroepen tot beschermd natuurgebied. In Parc National des Grands-Jardins leven onder meer zwarte beren, elanden en kariboes. De Charlevoix-regio is een immense krater, die miljoenen jaren geleden ontstond toen er een vuurbal insloeg en een krater van ruim vijftig kilometer doorsnee achterliet. Het park is een populaire plek om te wandelen, kanoën, kajakken of klimmen. Je kunt namelijk een klim maken over de via ferrata op de Mont-du-Lac-des-Cygnes beklimmen (8,4 km round-trip), je staat dan op de rand van de krater. Vraag in het bezoekerscentrum om meer informatie.

L'Isle-aux-Coudre:
De omgeving van Baie-Saint-Paul is uitermate geschikt voor korte en lange wandel- en fietstochten. Je kunt bijvoorbeeld de veerpont naar het Isle-aux-Coudres nemen, waar je te voet of op de fiets een tocht over het eiland kunt maken. Er zijn hier meerdere dingen te bezichtigen, waaronder Les moulins de L'Isle-aux-Coudre, een wind- en watermolenmuseum waar nog steeds meel wordt gemalen en ter plekke wordt verwerkt in brood en pasteien.

Walvisexcursie:
Ben je geïnteresseerd in zeedieren, dan kun je vanuit Baie Saint Paul meedoen aan een walvisexcursie. Met een boot ga je de wateren van de St. Lawrence-rivier op, op zoek naar de majestueuze zeedieren.

Trois-Rivières dankt zijn naam aan de Saint Maurice-rivier, die zich bij de St. Lawrence-rivier splitst in drie aparte stromen. Het werd in 1634 gesticht en is daarmee de op één na oudste stad in Québec. Trois-Rivières ligt ongeveer halverwege Québec en Montréal en vormt daarmee een mooie stop tussen de twee grote steden. Wat kan je hier bezoeken:

Vieille-ville: Trois-Rivières heeft een oude stadskern met enkele gebouwen uit de achttiende eeuw. Het grootste deel van de gebouwen dateert echter van na de grote stadsbrand uit 1908. De mooiste gebouwen vind je langs de rivier, bij Rue des Ursulines. Wandel de Heritage Trail en kom aan de hand van informatieve panelen meer te weten over de geschiedenis van Trois-Rivières. Een routekaart is verkrijgbaar bij het toeristencentrum.
Monastère des Ursulines: De Ursulinenonnen, oorspronkelijk afkomstig uit Italië, vestigden zich in 1697 in dit klooster aan de Rue des Ursulines om de lokale bevolking te bekeren tot het christendom. Het klooster met de opvallende koepel deed tevens dienst als school en het eerste ziekenhuis in de regio. In het oude complex is het Musée des Ursulines gevestigd, dat historische boeken, kleding, beeldhouwwerken en godsdienstige voorwerpen toont. Vanuit de kloostertuin heb je een prachtig uitzicht over de St. Lawrence-rivier.
Musée Québécois de Culture Populaire: Voor een unieke kennismaking met de inwoners van de provincie Québec ga je naar het Musée Québécois. Aan de hand van uiteenlopende tentoonstellingen duik je in het sociale en culturele leven van de Québécois en ontdek je wat hen anders maakt dan de ‘standaard’ Canadezen. Direct naast het museum ligt de Vieille prison de Trois-Rivières, dat deel uitmaakt van het museum. Loop onder leiding van een gids (vaak een ex-gedetineerde) door de nauwe celblokken en ervaar hoe het leven er achter de tralies aan toeging.
Forges-du-Saint-Maurice National Historic Site: Forges-du-Saint-Maurice was niet alleen de eerste ijzerindustrie in Canada, maar ook het eerste Canadese industriële dorp. In de gieterij werden voornamelijk huishoudelijke artikelen gemaakt, zoals potten, pannen en ovens. In de beginjaren was de fabriek een van de meest geavanceerde van het land. Tegenwoordig is het een nationale historische plaats. Begin je bezoek in Grande Maison, met interessante tentoonstellingen in de kelders. Een etage hoger vind je een multimediavoorstelling die de werkzaamheden in de fabriek tot leven brengt. Vlak bij de fabriek loopt een mooie wandelroute door de omringende natuur.
Boréalis: Naast ijzerproductie is Trois-Rivières van groot belang voor de productie van papier. Het papier van vrijwel alle Canadese en Amerikaanse kranten komt uit Trois-Rivières. In Boréalis, gevestigd in een oude papierfabriek, kom je meer te weten over de pulp- en papierindustrie en alle aspecten die erbij komen kijken, zoals het kappen van bossen en het vervoeren van hout. Volg een rondleiding en neem deel aan een workshop om zelf papier te maken.
Notre-Dame-du-Cap Basilica: Notre Dame du Cap In het nabijgelegen Cap-de-la-Madelaine vind je Notre-Dame-du-Cap, de grootste Canadese kerk die aan Maria is gewijd. Het bedevaartoord trekt jaarlijks duizenden pelgrims. Bekijk de (Nederlandse) glas-in-loodramen, de oude kleine kerk uit 1720, St. Mary’s Lake en de bijbehorende tuinen.


 

Dag 14: Trois Rivieres - Saint Alexis Des Monts - Trois Rivieres (65 km)

Saint-Alexis-des-Monts is een kleine gemeente in Québec. Het is gelegen in de Laurentian Mountains en wordt omringd door valleien, heuvels en honderden meren. Een groot deel van de gemeente maakt deel uit van het Mastigouche Wildlife Reserve, waar jagen, vissen, wandelen en kanoën geliefde activiteiten zijn. In de zomer wordt Saint-Alexis-des-Monts druk bezocht door toeristen. De bevolking is voornamelijk Franstalig.

Mastigouche Wildlife Reserve: Saint-Alexis-des-Monts bestaat voor een groot deel uit het Mastigouche Wildlife Reserve, een natuurgebied dat bekendstaat als het ‘land van bergen en meren’. De vele meren zijn populair onder kanoërs en vissers. Ook zijn er speciale paden voor mountainbikes aangelegd, met een totale lengte van ruim 250 kilometer. Het natuurgebied is eveneens geschikt voor (gevorderde) wandelaars. Het Mastigouche Wildlife Reserve biedt onderdak aan vele dieren, waaronder beren, bevers, elanden en reigers.
Lake Sacacomie: Op een half uur van Saint-Alexis-des-Monts ligt het fraaie Lake Sacacomie. Dit meer ligt in een bosrijke regio en is bezaaid met veel eilandjes. Je vindt hier echte rust, want er mogen geen motorbootjes op het meer varen. Een kanotocht op het meer is dan ook een echte aanrader. Neem je picknickmand mee om op een onbewoond eiland te lunchen! In het meer mag worden gezwommen en vanaf het hotel starten verschillende wandelroutes. Lake Sacacomie grenst aan het Mastigouche Wildlife Reserve.


  Dag 15: Trois Rivieres - Montréal (130 km)

Montréal is na Toronto de grootste stad van Canada en na Parijs de stad met de meeste Franstalige inwoners ter wereld. Het vormt het culturele hart van Canada en als een van Noord-Amerika's oudste steden heeft Montréal een boeiende geschiedenis en prachtige architectuur. Daarnaast is het geliefd vanwege zijn goede restaurants. Bijzonder is de Ville Souterraine; een immens ondergronds complex van winkels en restaurants.

Dag 16: Montréal

Vieux-Montréal (Old Town): Old Town In het oude centrum van Montréal waan je je even in Frankrijk. Langs de geplaveide straten staan veel historische gebouwen die in uitstekende staat verkeren. Het is een gebied met veel trekpleisters, waaronder mooie pleinen en de oude haven (Old Port). De bekendste pleinen zijn Place Jacques-Cartier en Place d’Armes.
Place d’Armes: Notre-Dame Aan het Place d'Armes, het vroegere exercitieplein, staat de beroemde neogotische Basilique Notre-Dame uit 1829. Vooral het altaar is indrukwekkend: het goud van de achterpanelen steekt mooi af tegen de blauwe koepel van de kerk. Bijzonder zijn de glas-in-loodramen, waarop gebeurtenissen uit de geschiedenis van Montréal zijn afgebeeld. Boven het voorportaal bevindt zich een van de grootste orgels ter wereld. Aan het plein staan verder Montréals eerste wolkenkrabber en oudste gebouw, het katholieke internaat Saint-Sulpice uit 1685.
Place Jacques-Cartier: Als toerist mag je Place Jacques-Cartier niet overslaan. Het plein is vaak druk bevolkt met straatartiesten en staat ‘s zomers vol met terrasjes. Vlakbij ligt Vieux-Port, de oude haven die tegenwoordig omgetoverd is tot stadspark. Het is een mooie locatie om te wandelen, fietsen en een rondvaart te maken. Breng er ook zeker een bezoek aan het Centre des Sciences de Montréal, een interactief wetenschappelijk museum dat lering en vermaak biedt aan het hele gezin.
Ville Souterraine: Onder de straten en gebouwen van Montréal houdt zich nog een stad schuil: Ville Souterraine. Deze ‘ondergrondse stad’ is een enorm complex van ondergrondse hallen en tunnels die met elkaar verbonden zijn. Je vindt er verschillende hotels, 200 restaurants, 40 bioscopen en ongeveer 2000 winkels. Het effect van Ville Souterraine is onder andere zichtbaar in de Rue Sainte-Cathérine, een van de drukste winkelstraten van Canada. Een groot deel van de winkels loopt onder de grond door. De bovengrondse Rue Sainte-Cathérine vormt overigens een mooi contrast tussen oud en nieuw: zo staan de twee opvallendste wolkenkrabbers pal naast twee kathedralen. Eén daarvan is de anglicaanse Christ Church Cathedral.
Quartier Latin: Quartier Latin staat bekend om de theaters, artistieke atmosfeer, gezellige cafés en boetiekjes. Dit stadsdeel maakt weer deel uit van het Quartier des Spectacles, een levendig district met instellingen op het gebied van kunst en cultuur. Je vindt er van alles: van beeldende kunsten en literatuur tot opera, dans en muziek. Het is een populaire ontmoetingsplek en er vinden veel festivals plaats.
Parc du Mont-Royal: Montréal dankt zijn naam aan Mont-Royal, een grote heuvel die boven de stad uittorent en liefkozend ‘la montagne’ wordt genoemd. Bovenop Mont-Royal ligt het uitgestrekte Parc du Mont-Royal, dat eind negentiende eeuw werd ontworpen door Frederick Law Olmsted, die ook het Central Park in New York ontwierp. Op de oostflank van de heuvel staat een replica van het kruis dat de stichter van Montréal er in 1642 plantte. Beklim ook zeker de route naar het Chalet du Mont-Royal, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de stad.
Oratoire St-Joseph: Oratoire St Joseph Aan de noordwestelijke zijde van Mont-Royal staat de witte katholieke kerk Oratoire St-Joseph, die gekenmerkt wordt door een gigantische koepel. De kerk is gewijd aan St. Joseph, de beschermheilige van Canada, en is een waar pelgrimsoord voor katholieken van over de hele wereld. Veel katholieken beklimmen al biddend op hun knieën de bijna driehonderd traptreden naar de kerk. Opvallend is de kapel die behangen is met krukken en wandelstokken, daar achtergelaten door gelovigen die na hun smeekbeden aan Broeder André weer konden lopen.
Jean-Drapeau Parc (Parc des Îles): Biosphere Montréal vormde in 1967 het toneel van de Wereldtentoonstelling. Het evenement vond plaats op twee eilanden in de Rivière du Nord, Île Sainte-Hélène en Île Notre-Dame. Er zijn nog enkele bouwwerken behouden. De grote koepel van het Amerika-paviljoen bevat tegenwoordig de Biosphère, een onderzoeksfaciliteit en museum waar het klimaat en de natuur centraal staan. De eilanden zijn erg geschikt voor recreatie: je vindt er mooie tuinen, wandelpaden, een strand en het beroemde Formule 1-circuit Gilles-Villeneuve. Ten zuidwesten van de eilanden ligt het merkwaardige wooncomplex Habitat '67, bestaande uit circa 350 identieke betonnen blokken die in verschillende combinaties zijn verdeeld over twaalf verdiepingen. Alle huizen zijn met elkaar verbonden via weggetjes, trappen en platforms.


Dag 17: Montrèal - Mont Tremblant (130 km)

Skiën, daar draait het voornamelijk om in het stadje Mont-Tremblant, Québec. In de wintermaanden zijn de omringende bergen bedekt met een dik pak sneeuw, waardoor het Mont-Tremblant Ski Resort floreert. Mont-Tremblant is daarnaast een prima uitvalsbasis voor een bezoek aan het gelijknamige nationale park. Met een overvloed aan meren en rivieren is het Parc National du Mont-Tremblant een paradijs voor kanoërs. Het is het oudste nationale park van Québec en ligt midden in Laurentiden (Laurentian Mountains), met Mont-Tremblant als hoogste piek. Het park bestaat uit drie delen, waarvan Diable het meest ontwikkeld is. Vooral dit deel is schitterend om te wandelen en te fietsen.

Mont-Tremblant Ski Resort: Het Mont-Tremblant Ski Resort ligt aan de westelijke flank van de berg Mont-Tremblant. Je kunt over vier hellingen afdalen via verschillende routes. Durfallen kunnen een bezoek brengen aan een van de sneeuwparken, waar je je ski-skills kunt testen op schansjes en andere obstakels. Buiten de wintermaanden trekt het skiresort voornamelijk golfliefhebbers aan. Vanuit de plaats Mont-Tremblant kun je met de gondelbaan bergopwaarts gaan wandelen of van het uitzicht te genieten.
Parc National du Mont-Tremblant: Dit nationale park is het oudste en grootste van de provincie Québec. Het natuurgebied omhelst bergen van miljarden jaren oud: de zuidelijke Laurentiden. Zes rivieren en ongeveer vierhonderd beekjes en waterstroompjes maken Mont-Tremblant-park tot een waar kanoparadijs. De wildernis biedt een thuis aan verschillende zoogdieren, waaronder de wolf. Sportievelingen kunnen zich wagen aan de 'Via ferrata du Diable'; een activiteit die het midden houdt tussen hiken en klimmen over hangbruggen, balken en voetgangersbruggen. Onderweg heb je prachtige uitzichten op de bergen die je omringen. Je kunt kiezen uit verschillende tochten, die voor beginners duurt drie uur. Je wordt altijd begeleid door een gids. Parc National du Mont-Tremblant is het hele jaar door geopend.
Wandelen: Lijkt een klim- en klautertocht je niets, dan heeft Parc National du Mont-Tremblant ook een ruim aanbod in wandelroutes. De meeste wandelroutes vind je in het Diable-gedeelte van het park. De korte Les Chutes-Croches (720 m) en La Chute-du-Diable (1,6 km) brengen je elk naar een waterval. Ben je op zoek naar meer uitdaging? Vanaf het bezoekerscentrum vertrekken langere routes, zoals La Roche (5,4 km naar een gletsjervallei), La Coulée (8,2 km naar twee uitzichtpunten) en L'Ours (13,5 km, een stevige klim naar het L'Ours-meer).
Kanoën: Wil je het Parc National du Mont-Tremblant liever vanaf het water verkennen? Ga dan mee met een kanotocht over de Diable-rivier. Onderweg vertelt een gids je meer over de flora en fauna van Mont-Tremblant. De tocht duurt ongeveer drie uur, tussen eind juni en begin september wordt deze regelmatig georganiseerd. Je kunt ook deelnemen aan een rafttour, met keuze tussen een wilde tocht met veel waterversnellingen of een rustigere vaart. Uiteraard is het ook mogelijk om een kano of kajak te huren en op eigen gelegenheid over de Diable-rivier te peddelen (tussen half mei en half oktober, vooraf reserveren). Ga voor meer informatie over activiteiten naar het Centre d'Activités, gelegen in de plaats Mont-Tremblant.


 


Dag 18: Montréal - Montebello - Ottawa (222 km)

Vandaag rijdt u langs het Frans klinkende stadje Montebello welk wereldberoemd is om het ‘Château Montebello’: het grootste hotel- en resortcomplex ter wereld. Dit hotel beschikt over meer dan 26.000 hectare land, waarin groot wild rondloopt en waarin 70 meren liggen. Château Montebello ligt in de provincie Québec aan de Ottawa-rivier, die tussen de hoofdstad en Montréal stroomt.

Notre Dame-de-bon-secours: De Notre Dame in Montebello is een actieve Christelijke kerk met een actieve Christelijke gemeenschap. Ze voeren stukken op, zingen samen en gaan dagelijks voor in diensten. De Notre Dame staat hoog boven op een rots aan de rand van Montebello, en de parochievaders zijn je graag van dienst om te vertellen over de kerk, het geloof of de gemeenschap. Vanaf deze rots kun je ook de gehele stad en beboste omgeving overzien.
Whitefish Lake picnic area: Whitefish lake ligt in het Omega Parc en is een van de grootste meren van de Fairmont Kenauk, met een beboste kustlijn van meer dan 4 kilometer. Het wateroppervlak is gigantische en het water in het meer is erg schoon en dus in de zomer ook geschikt om in te zwemmen. Het meer is makkelijk per kano, kajak of andere boot te begaan. De boten zijn ook te huur. Op de westkust van het meer is een grote picknickplaats waar je goed met groepen kunt eten of barbecueën. Op deze plaats zijn ook verschillende huurmogelijkheden voor kano’s, andere boten of barbecues.
Het oude treinstation van Montebello: In 1931 stond het treinstation vol met treinreizigers die uit Ottawa, Montréal of de verenigde staten kwamen. Nu is het een bezoekerscentrum geworden. Het gebouw is in Scandinavische stijl, compleet gebouwd van rood hout. Er rijden geen treinen meer, maar de geschiedenis van het stationnetje is nog duidelijk zichtbaar.
Trout Hatchery: Hier worden forellen gekweekt en gehouden. Het bedrijf laat zien hoe de vis vanuit het ei tot de volwassenheid wordt gevoed en de werknemers leggen graag uit wat er gebeurt. Als je graag een forel wilt vangen, zijn alle benodigdheden hiervoor aanwezig. De verse vissen worden met liefde bereid voor een gezamenlijke barbecue.
National Historic Site Manoir-Papineau: Ook wel Château Montebello. Een gekoesterd erfgoed van het gebied waarin het historische karakter Papineau een grote rol speelde. Het is een indrukwekkend stukje architectuur, door Joseph Papineau, eerste kolonist van Montebello ontworpen en laten uitvoeren. Het gebouw doet nu dienst als museum en je kunt er een rondleiding krijgen over de eerste verdieping, waar de gasten verbleven, Papineau zijn bibliotheek had en het kantoor van het personeel plaats had. In de tuinen vinden vaak klassieke of traditionele concerten plaats. Ook voor kinderen is er op dit landgoed een heleboel te doen: zoals de schatten van Papineau ontdekken of een educatieve tocht doen over velerlei onderwerpen die met het landgoed in verband zitten.
Parc Omega: In Parc Omega kun je veel wilde dieren bekijken. Er zijn veel wandelpaden uitgezet waar je je tussen de prachtige Canadese natuur kunt begeven. Je kunt er bergwandelingen maken of door bospaden lopen. Op het terrein ligt de boerderij van Leopold, waar je in de zomer wordt uitgenodigd, om van het leven tussen de boerderijdieren te kunnen proeven. Je kunt het gebied door het gebied trekken door mee te lopen met een gids en een hert, of met een wagen. Er zijn veel mogelijkheden om te eten of picknicken en er lopen veel wilde dieren rond in het park.

Dag 19: Ottawa

De tweetalige stad Ottawa vormt niet alleen het politieke hart van het land, maar is ook een belangrijk cultureel centrum. Er zijn veel hoog aangeschreven musea te vinden die een interessante kijk bieden op de geschiedenis en cultuur van Canada. De bekendste attractie van de hoofdstad is Parliament Hill.

Parliament Hill: Parlement Hill Op de zuidelijke oever van de Ottawa-rivier prijken drie statige, neogotische gebouwen, die de thuisbasis van de Canadese overheid vormen. Een van de opvallendste kenmerken is de 92 meter hoge Peace Tower, die deel uitmaakt van het Centre Block. Aan de voet van de toren ligt het Visitor Welcome Centre. Hier beginnen dagelijks gratis tours (20 tot 60 minuten) door het Centre Block. Zorg dat je ‘s morgens op tijd aanwezig bent: er wordt slechts een beperkt aantal tickets per dag verstrekt. Tussen juli en september kun je eveneens mee met een rondleiding door het East Block, het oudste gedeelte. Andere gratis activiteiten bij Parliament Hill zijn het uitzichtpunt in de Peace Tower, de carillon-concerten (hele jaar door), tours rond de parlementsgebouwen (eind juni tot begin september), het wisselen van de wacht (eind juni tot eind augustus om tien uur ‘s morgens) en de muziek- en lichtvoorstelling Mosaika (elke avond van begin juli tot begin september). De parlementsgebouwen zijn van architectonisch en symbolische waarde en trekken elk jaar miljoenen bezoekers.
Confederation Boulevard: In de National Capital Region (Ottawa en Gatineau) zijn veel musea, overheidsgebouwen, monumenten en erfgoedplaatsen met elkaar verbonden via de Confederation Boulevard. De boulevard is 7,5 kilometer lang en voert je onder andere langs Parliament Hill, Sussex Drive en Rideau Hill.
Sussex Drive: Rideaux Hall Een van de belangrijkste bezienswaardigheden aan de bekende Sussex Drive is het gebouw met huisnummer 24: dit is namelijk het huis van de Canadese minister-president. Iets verder terug, bij nummer 1, ligt Rideau Hall, het huis van de gouverneur-generaal van Canada. Dit is het enige gebouw dat toegankelijk is voor het publiek. Ga mee met een gratis rondleiding (van mei tot oktober iedere doordeweekse dag, daarbuiten dagelijks) en bewonder de officiële vertrekken en mooie kunstwerken. Maak bij nummer 320 een stop. Dit is het hoofdkwartier van de Royal Canadian Mint, waar (herdenkings)munten en medailles geslagen worden. Volg een tour door de fabriek of vul je muntencollectie aan in de boetiek. Nog iets verder kom je uit bij de National Gallery of Canada (huisnummer 380), een van de eerste kunstgalerieën in Canada. De focus ligt op Canadese kunst, maar er zijn ook veel werken van Europese kunstenaars. Direct achter de kunstgalerie staat het indrukwekkende Reconciliation: The Peacekeeping Monument.
Rideau-kanaal: Rideaus Kanaal Dwars door de stad stroomt het 202 kilometer lange Rideau-kanaal, dat als dubbele waterval uitmondt in de Ottawa-rivier. In Rideau Falls Park heb je een mooi zicht op de watervallen. Het kanaal biedt veel recreatiemogelijkheden: zo vind je langs de kade mooie plantsoenen, parken en meren. In de zomer zie je er veel kano’s en plezierboten, ‘s winters vormt het kanaal de langste schaatsbaan ter wereld (ongeveer 8 kilometer). Een van de bekendste bouwwerken langs de kade is het Château Laurier, een reusachtig hotel in de stijl van een Loire-kasteel. Vanaf het terras heb je een goed zicht op de Ottawa Locks, een reeks sluizen in het kanaal. De sluizen overbruggen een hoogteverschil van wel 25 meter.
Confederation Square: Dit mooie plein vormt het hart van Ottawa. Door de centrale ligging is het het perfecte vertrekpunt voor stadstours. Niet te missen is het National War Memorial, een indrukwekkend oorlogsmonument met grote bogen. Aan de zuidzijde van het plein ligt het National Arts Centre.


 

Dag 20: Ottawa - Huntsville (330 km)

Algonquin Provincial Park Het grootste en oudste park van Ontario biedt 7.800 vierkante kilometer beboste heuvels, moerassen, rivieren en duizenden meren die met elkaar in verbinding staan. Het zuidelijke parkdeel is te verkennen via Highway 60. Wil je verder het park in, dan kun je je het beste per boot of kano verplaatsen. Algonquin dankt zijn naam aan de Algonquin-indianen, die er ooit woonden. Tegenwoordig bevolken elanden, beren, otters, vossen en wasberen het gebied.

Dag 21: Huntsville

Highway 60: Algonquin Deze toeristische route doorkruist het zuidelijke deel van het provinciale park en is het gehele jaar door geopend. Ben je in mei of juni in Algonquin? Ga dan ’s morgens op pad, er zijn dan vrijwel elke ochtend elanden langs de weg te zien. Locaties aan Highway 60 worden aangegeven door middel van kilometerpalen, gerekend vanaf de westelijke toegang (West Gate, km 0). Het eindpunt is de oostelijke toegang (East Gate, km 56). Als je onderweg wilt stoppen om van de voorzieningen gebruik te maken of om te wandelen, dien je bij een van de toegangspoorten een permit te halen.
Algonquin Art Centre: Bij Found Lake (km 20 aan Highway 60) staat een reusachtig hol beeld, gemaakt van steen. Hier bevond zich het originele Park Museum. In 2005 werd er nieuw leven in geblazen en zag het Algonquin Art Centre het levenslicht. Het thema van de schilderijen, houtsnijkunst en sculpturen die je hier treft is ‘wildernis’. De werken slaan een brug tussen twee werelden; die van de kunst en de natuur. Het museum bestaat uit drie vleugels en een boetiek, een buitengalerij en een terras waar regelmatig kunstactiviteiten plaatsvinden.
Algonquin Visitor Centre: Algonquin In het bezoekerscentrum (km 43) is meer informatie te vinden over de natuurlijke en culturele historie van het park. Naast tentoonstellingen, maquettes, kunstwerken en een uitzichtpunt bevindt zich hier een restaurant en een boekwinkel. Het centrum organiseert ook evenementen en activiteiten, zoals wandelingen met een gids.
Algonquin Logging Museum: Het Logging Museum (km 54,5) brengt de geschiedenis van de houtkap in de bossen van Algonquin in beeld, van het kappen van de allereerste bomen tot het laatste grote transport over de rivier. Begin met de korte film en volg de anderhalve kilometer lange wandelroute achter het museum, waar je onder andere een oud kampement met hutten, werkplaatsen en machines van de vroegere houthakkers kunt bekijken. Het museum is geopend van eind juni tot half oktober. De trail is echter het hele jaar door te wandelen.
Kanoën: Kano Het netwerk van kanoroutes in Algonquin is honderden kilometers lang. Langs Highway 60 kun je kanoën op een van de meren. Hier liggen kampeerplekken, stranden, wandelpaden en zogenaamde nature trails, educatieve wandelroutes. Ervaren kanoërs kunnen het hart van het park in, dat niet voor gemotoriseerd verkeer toegankelijk is. Kano’s zijn zowel in als buiten het park te huur. Bij sommige bedrijven is een complete uitrusting te huur, inclusief kampeerspullen. Wil je als onervaren kanoër een meerdaagse tocht maken, ga dan mee met een gids. Bekijk de ‘Outfitters’-pagina of ‘Commercial Services’-pagina op de website van Algonquin voor meer informatie.
Trails: Trails Langs Highway 60 starten een tiental wandelingen. Bij het bezoekerscentrum en op de website vind je de beschrijvingen van alle mogelijke routes. De kortste wandeling is de Hardwood Lookout Trail (0,8 km), die je een typisch Algonquin-hardhoutbos laat zien en uitzichten biedt op Smoke Lake en de omringende heuvels (startpunt bij km 13,8). Een wat langere route is de Track and Tower Trail van 7,7 kilometer (startpunt bij km 25). Je hebt een spectaculair zicht op Cache Lake. Iets verderop, bij kilometer 27,2, begint de 3,5 kilometer lange Hemlock Bluff Trail. De route voert je door een gevarieerd bos naar een indrukwekkend uitzicht over Jack Lake. Voor een nog mooier uitzicht volg je de 1,9 kilometer lange Lookout Trail (bij kilometer 39,7). De route is steil en wat ruw, maar je wordt beloond met een uitzicht op honderden vierkante kilometers van het park. Een van de zwaarste wandelingen is Centennial Ridges Trail (10 km, begint bij km 37,6). De route brengt je naar twee hoge bergranden waar je ongeëvenaarde uitzichten hebt. Ook om de verschillende meren lopen wandelroutes, waaronder Mizzy Lake (11 km), Peck Lake (1,9 km) en Bat Lake (5,6 km).


txt


Dag 22: Huntsville - Parry Sound - Midland (289 km)

Als je in Parry Sound bent, kun je niet heen om de 30.000 Islands, die beschouwd worden als de grootste zoetwater-eilandengroep ter wereld. In het gebied leven meer dan 100 planten- en dierensoorten, waaronder unieke reptielen en amfibieën. Er zijn verschillende mogelijkheden als je een tour langs de eilanden wilt maken: per vliegtuigje, kajak (eventueel met gids) of rondvaartboot. Dit doolhof van eilanden vormt dan ook de trekpleister van het relaxte stadje. Ga mee met een rondvaartboot of huur een kajak en verken het prachtige natuurgebied. Ook met de auto of camper kun je in het hart van de eilandenarchipel komen: Killbear Provincial Park ligt op slechts 35 kilometer van Parry Sound. Killbear Provincial Park: Dit park ligt in het hart van de 30.000 Islands, met kilometerslange rotskusten, afgewisseld met zandstranden, mooie uitzichten over eilandjes en verschillende kortere wandel- en fietspaden. Je kunt er zwemmen, kajakken, kanoën, zeilen en windsurfen. Ook is er een bezoekerscentrum. Het park vormt het leefgebied van zwarte beren en herten. Vergeet vooral niet de zonsondergang boven de Georgian Bay te bekijken, dit is een echte Killbear-traditie. Killbear is bereikbaar per auto/camper en ligt op ongeveer drie kwartier rijden van Parry Sound. Op de heen- of terugweg kun je een kort uitstapje maken naar Grundy Lake Provincial Park aan Highway 69 en 525, waar een aantal grote en kleinere meren liggen.

Midland ligt aan de kust, waardoor je verschillende eilandjes in de Georgian Bay kunt bezoeken, waaronder Present Island, Quarry Island, Snake Island en Methodist Island. Door de ligging tussen twee meren zijn er voldoende recreatiemogelijkheden rond het water en daarnaast zijn er veel parken in de omgeving, verder kan je hier bekijken:

Discovery Harbour: Discovery Harbour, een voormalige haven en legerplaats van de Britse marine, werd na de Oorlog van 1812 gebouwd om de toegang tot Upper Canada in de gaten te kunnen houden. Tegenwoordig brengt dit historische erfgoed je terug naar de negentiende eeuw, waar je met de bewoners kunt praten of twee replica's van grote schepen kunt bekijken. Daarnaast kun je er het King's Wharf Theatre bezoeken en een hapje eten in het plaatselijke restaurant. Ook vertrekken er boottochten door de archipel van de 30.000 Islands.
Wye Marsh Wildlife Centre: Dit beschermde natuurgebied is elke dag geopend. Je kunt er genieten van een kleine 600 verschillende dier- en plantsoorten, bijvoorbeeld tijdens je kanotocht over de vele riviertjes. Het gebied is bestempeld als een belangrijk vogelgebied en er leven dan ook veel verschillende soorten vogels. Wellicht kom je er trompetterzwanen tegen, erg bijzondere vogels die in het water van het Wye Marsh Wildlife Centre leven.
Sainte-Marie among the Hurons: De eerste nederzetting van Europese kolonisten en het voormalige hoofdkwartier van de Franse jezuïetenmissie voor de Huronindianen. In 1639 werden de eerste hutten, werkplaatsen en kerk gebouwd. De missie om de Huron te bekeren zou uiteindelijk het einde voor het volk betekenen. Europeanen namen ziektes mee waartegen de indianen niet bestand waren. Ook mengden de Irokezen - vijand van de Huron - zich in het gebied, wat tot veel bloedige incidenten leidde. De Europeanen moesten het ook ontgelden en ontvluchtten Sainte-Marie en brandden het plat zodat de Irokezen er niets aan hadden. Nadat het gebied intensief onderzocht was door archeologen, werd het eeuwen later omgetoverd tot een historisch park, waarbij het oorspronkelijke leven van de missie en de inwoners tot leven wordt gewekt.
Martyrs' Shrine: Het historische erfgoed, met de beroemde Shrine Church en de omliggende gronden, wordt tegenwoordig gebruikt om de jezuïeten te eren die er ongeveer 400 jaar geleden leefden en werkten. Je leert er alles over de missionarissen Jean de Brébeuf, Gabriel Lalemant en hun metgezellen, die eeuwen geleden het christendom naar Canada brachten.


 

Dag 23: Midland - Niagara Falls (260 km)

Niagara Falls is de benaming van drie watervallen langs de internationale grens tussen de Canadese provincie Ontario en de Amerikaanse staat New York. De watervallen in de Niagara-rivier vormen een indrukwekkend watergeweld en worden tot de zeven natuurlijke wereldwonderen gerekend. Ongeveer 90% van het water stort via de hoefijzervormige Horseshoe Falls (ook wel Canadian Falls) naar beneden, de overige 10% via de American Falls en Bridal Veil Falls op Amerikaans grondgebied. Aan zowel de Canadese als Amerikaanse zijde ligt een stad met de naam Niagara Falls. Het Canadese Niagara Falls telt ongeveer 80.000 inwoners, het Amerikaanse broertje 50.000. Je kunt heel gemakkelijk naar de andere kant wandelen om de watervallen vanuit een ander perspectief te bekijken. Aan beide kanten zijn voorzieningen, attracties en uitkijktorens. Een aanrader is een boottocht met de Maid of the Mist naar de voet van de watervallen. De boot vertrekt ieder kwartier vanaf beide kanten.

Maid of the Mist: De populairste attractie bij de Niagara-watervallen is de Maid of the Mist, waarbij je in een boot de Niagara-rivier op gaat voor een tocht naar de voet van de watervallen. Gelukkig krijgt iedereen aan boord een poncho, want door de mist van de watervallen kun je nog wel eens nat worden. De Maid of the Mist-boten vertrekken aan beide zijden: aan Amerikaanse kant vanaf de voet van de Observation Tower en aan de Canadese kant onderaan Clifton Hill. Let op: de boten varen vanaf april/mei tot eind oktober en vertrekken elk kwartier.
Rainbow Bridge: Via de Rainbow Bridge kun je (tegen betaling) met de auto/camper, fiets of te voet naar de andere kant van de Niagara-rivier. De brug zelf biedt mooie uitzichten op de watervallen en is een goede plek om het vuurwerk op vrijdagavond in het hoogseizoen te bekijken. Soms zijn er ook shows op woensdag- en zaterdagavond. Vergeet niet je paspoort mee te nemen, je steekt immers een landgrens over.

Amerikaanse zijde
Niagara Falls State Park: Dit park is het oudste staatspark van Amerika en omvat de American Falls, Bridal Veil Falls en een deel van de Horseshoe Falls. Het park telt verschillende attracties, de belangrijkste zullen hier besproken worden. Je kunt het park te voet verkennen of door middel van de Niagara Scenic Trolley. De trolley rijdt langs de American Falls en over Goat Island.
Prospect Point: Vanaf Prospect Point heb je een goed zicht op de watervallen. Hier staat ook de 86 meter hoge Observation Tower, met aan de voet ervan de opstapplaats van de Maid of the Mist.
Niagara Gorge Discovery Center: In dit centrum wordt de lokale en natuurlijke geschiedenis van de watervallen op een interactieve manier tentoongesteld. Op een scherm van 180 graden wordt een film getoond die laat zien hoe de Niagara-rivier al meer dan 12.000 jaar lang de rotsen en de kloof in het gebied uitslijt. Je vindt er tevens het Niagara Gorge Trailhead Center, het startpunt voor wandel- en fietstochten in de omgeving.
Cave of the Winds: Deze (betaalde) trip begint met een 53 meter diepe afdeling per lift in de Niagara Gorge. Gehuld in gele poncho’s en op speciaal schoeisel word je over houten bruggen en trappen naar het Hurricane Deck geleid, op zes meter afstand van de Bridal Veil Falls. Houd er rekening mee dat er hier een harde wind kan staan en dat je nat wordt.
Goat Island: Goat Island biedt uitzichten op de draaikolken, kloof, rivier en alle drie de watervallen. Ook ligt hier de ingang van de Cave of the Winds. Het eiland is te voet en per auto/camper bereikbaar. Een kleiner eiland, dat alleen te voet te betreden is, is Luna Island. Dit eiland ligt tussen de American en Bridal Veil Falls.

Canadese zijde
Queen Victoria Park: Dit park is het toeristische centrum vlak bij de watervallen en omvat tuinen, attracties, uitkijkpunten en bijna de gehele Horseshoe Falls. Ga naar Table Rock House voor een prachtig uitzicht op de Horseshoe Falls.
Skylon Tower: Vanaf de Skylon Tower in Queen Victoria Park heb je het hoogste uitzicht op de watervallen. Kijk je de andere kant op, dan zie je bij helder weer Toronto liggen. Een andere uitkijkpost is de Minolta Tower.
Journey behind the Falls: Ga in Queen Victoria Park met een lift naar de voet van de Horseshoe Falls en ervaar het natuurgeweld van onderaf en van achter. Op een observatieplatform zie je de waterval van heel dichtbij en via tunnels onder de waterval zelf hoor je het machtige gedonder van het naar beneden stortende water.
Botanical Gardens & Butterfly Conservatory: Ten noorden van de watervallen en van Queen Victoria Park liggen botanische tuinen en grote kas met 2.000 kleurrijke tropische vlinders in een regenwoudsetting.
Floral Clock: Nog een stukje noordelijker vind je de Floral Clock. Dit is een populaire plaats aan de Niagara Parkway om even te stoppen en een foto te maken. 16.000 bloemen vormen hier een klok, waarvan het design elk jaar twee keer veranderd wordt.
Whirlpool Aero Car: De Niagara Whirlpool is een natuurlijke draaikolk in de Niagara-rivier. Aan weerszijden vind je twee natuurparken: in Amerika ligt het Whirlpool State Park, in Canada het Niagara Glen Nature Reserve. Vanaf de Canadese kant kun je met een kabelbaan (Whirlpool Aero Car) een tocht over de rivier en de draaikolk maken.

Dag 24: Niagara Falls - Toronto ( 133 km)

Direct aan Lake Ontario ligt Toronto, de grootste stad van Canada. Het heeft een prachtige skyline, met als (letterlijke) hoogtepunt de CN Tower. Diverse bouwstijlen en de multiculturele Neighbourhoods creëren samen het bijzondere karakter. Toronto is een walhalla voor liefhebbers van goede restaurants, musicals, musea en kunstgalerieën. Wat valt er te ontdekken:
Canadian National Tower (CN Tower): CN Tower De Canadian National Tower behoort met zijn 553 meter tot de hoogste gebouwen ter wereld en bepaalt grotendeels de skyline van Toronto. Er zijn drie verdiepingen te bezoeken, met de SkyPod op 447 meter als hoogste uitkijkpunt. Vanaf hier kun je op een heldere dag 160 kilometer ver kijken en bijvoorbeeld de Niagara-watervallen zien. Bovenin bevindt zich een ronddraaiend restaurant. Echte durfallen doen de EdgeWalk, een wandeling over de rand op 356 meter hoogte. De EdgeWalk is in de winter en tijdens slechte weersomstandigheden gesloten. 
Rogers Centre: Direct naast de CN Tower ligt het Rogers Centre, het eerste gebouw ter wereld met een volledig beweegbaar dak. Naast wedstrijden van de Toronto Blue Jays (honkbal) en de Toronto Argonauts (Canadian football) vinden er grote evenementen plaats. Volg een rondleiding door het stadion en krijg een goede indruk van Canada’s favoriete sporten.
Royal Ontario Museum (ROM): ROM Het Royal Ontario Museum is het grootste museum van Canada en biedt voornamelijk tentoonstellingen over wereldculturen en natuurlijke geschiedenis. Het gebouw zelf is al een kunstwerk op zich, met de combinatie van klassieke en moderne stijlen. De collectie wereldculturen bevat veel unieke kunstvoorwerpen, met name van Aziatische, Afrikaanse en Europese culturen. Bekijk mummies uit het oude Egypte, eeuwenoude meteorieten en gigantische skeletten van dinosauriërs.
Art Gallery of Toronto (AGO): De Art Gallery of Toronto kent een imposante collectie van Canadese en Europese kunst en wordt beschouwd als een van Canada’s beste musea. Van Gogh, Picasso, Rembrandt: alle oude meesters zijn vertegenwoordigd. Tevens bevindt zich in het museum het Henry Moore Sculpture Centre, met beeldhouwwerken van de beroemde Britse beeldhouwer.
Hockey Hall of Fame: Eén ding moge duidelijk zijn: Canadezen zijn gek op ijshockey. Het is zelfs benoemd tot de officiële sport van Canada. In de Hockey Hall of Fame kun je nader kennismaken met de Canadese ijshockeygekte. In het museum leer je meer over de ontwikkeling van de populaire sport en vind je een uitgebreide collectie van foto's, prijzen en hockey-memorabilia. In de Hall of Fame komen legendarische spelers en teams aan bod. Vuur een puck af op een 'goalie', bekijk een 3D-film (uiteraard over ijshockey) en bestudeer de Stanley Cup - de belangrijkste ijshockeytrofee van Noord-Amerika.
Casa Loma: Casa Loma In het noorden van Midtown, de meer knusse tegenhanger van Downtown, torent boven alle huizen een middeleeuws aandoend kasteel uit. Casa Loma werd in het begin van de twintigste eeuw gebouwd door sir Henry Pellatt, een liefhebber van de middeleeuwen die door stroomopwekking bij de Niagara Falls steenrijk was geworden. Het kasteel bestaat uit tientallen vertrekken, torentjes, geheime doorgangen en schitterende tuinen (open tussen mei en oktober). Na het faillissement van sir Pellatt werd het kasteel toegankelijk gemaakt voor het publiek. Bij het entreebewijs zit een multimediatour inbegrepen waarmee je op eigen gelegenheid door het kasteel kunt wandelen.
Fort York National Historic Site: Nieuwsgierig naar de vroegste geschiedenis van Toronto? Ga dan naar Fort York, dat in 1793 door de Engelsen werd aangelegd boven op de resten van een Frans fort. Rond het fort ontstond de nederzetting York, de voorloper van Toronto. Bekijk de oude gebouwen, kanonnen en tentoonstellingen. In de zomerperiode (juli en augustus) komt het fort echt tot leven. Woon een demonstratie bij van de soldaten van de Fort York Guard of ga mee met een tour.
Tommy Thompson Park: Een mooie plek om je te onttrekken aan de stadse drukte is het Tommy Thompson Park, gelegen op een kunstmatig gecreëerd schiereiland dat zich vijf kilometer uitstrekt in Lake Ontario. Het afwisselende landschap bestaat onder andere uit duinen, weiden met wilde bloemen, moerassen, bossen en kiezelstranden. Het is een prima locatie om te wandelen, fietsen en vogels te spotten.
Toronto Islands: Voor meer natuur en rust kun je een uitstapje maken naar de Toronto Islands. De kleine eilandengroep is autovrij en bereikbaar via een veerpont (vertrekt meerdere keren per dag vanuit Harbour Square). Er zijn mooie stranden, bossen en gazons die vooral in de zomer veel bezoekers trekken.


Info en reservaties:

014/51.50.05

Wij zijn een gesloten kantoor en werken uitsluitend op afspraak. Dit om u beter, zonder wachttijden, in alle veiligheid en ongestoord te kunnen verder helpen.
Het tijdstip en de manier waarop we afspreken bepaalt uzelf : bij ons op kantoor, bij u thuis, via video calling, telefoon, .... De keuze is geheel aan u, wij horen het graag van u.

Like ons op Facebook en blijf op de hoogte van alle reisweetjes
info@canada-online.be